plastificeert
- plas·ti·fi·ceert
vervoeging van |
---|
plastificeren |
plastificeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plastificeren
- Jij plastificeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plastificeren
- Hij plastificeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plastificeren
- Plastificeert!
- Het woord plastificeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.