plankjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  plankjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plank·jes

Zelfstandig naamwoord

de plankjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord plank

Gangbaarheid

• Het woord plankjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.