Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
planeert
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
planeert
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
pla·neert
Werkwoord
vervoeging van
planeren
planeert
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
planeren
Jij
planeert
.
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
planeren
Hij
planeert
.
(
verouderd
)
gebiedende wijs meervoud van
planeren
Planeert
!