plagieert
- pla·gi·eert
vervoeging van |
---|
plagiëren |
plagieert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plagiëren
- Jij plagieert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plagiëren
- Hij plagieert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plagiëren
- Plagieert!
- Het woord plagieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.