• pla·gi·eert
vervoeging van
plagiëren

plagieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plagiëren
    • Jij plagieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plagiëren
    • Hij plagieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plagiëren
    • Plagieert!