Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plaats·gre·pen

Werkwoord

vervoeging van
plaatsgrijpen

plaatsgrepen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van plaatsgrijpen
    • ...dat wij plaatsgrepen. 
    • ...dat jullie plaatsgrepen. 
    • ...dat zij plaatsgrepen. 

Gangbaarheid