piloten
- pi·lo·ten
de piloten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord piloot
- Het woord piloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- pi·lo·ten
Naar frequentie | 5854 |
---|
piloten, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pilot
- pi·lo·ten
Naar frequentie | 6139 |
---|
piloten, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pilot
- pi·lo·ten
piloten, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pilot
vervoeging van |
---|
pilotar |
piloten