Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pijnt

Werkwoord

vervoeging van
pijnen

pijnt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijnen
    • Jij pijnt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijnen
    • Hij pijnt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pijnen
    • Pijnt!