piemelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pie·melt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
piemelen |
piemelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piemelen
- Jij piemelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piemelen
- Hij piemelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van piemelen
- Piemelt!
Gangbaarheid
- Het woord piemelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.