• pe·ti·ti·o·neert
vervoeging van
petitioneren

petitioneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petitioneren
    • Jij petitioneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petitioneren
    • Hij petitioneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van petitioneren
    • Petitioneert!