pestten
- pest·ten
vervoeging van |
---|
pesten |
pestten
- meervoud verleden tijd van pesten
- Wij pestten.
- Jullie pestten.
- Zij pestten.
- Wij pestten.
- Het woord pestten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
pesten |
pestten