stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
permūtāre permūtō permūtāvi permūtātum
eerste vervoeging volledig

permūtāre

  1. volledig veranderen
  2. omruilen, wisselen
  3. met geldwissels betalen
  4. uitwiselen


vervoeging van
permutar

permutare

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van permutar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van permutar