penden
- pen·den
vervoeging van |
---|
pennen |
penden
- meervoud verleden tijd van pennen
- Wij penden.
- Jullie penden.
- Zij penden.
- Wij penden.
- Het woord penden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
pennen |
penden