Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·se·rer
Naar frequentie 5742

Werkwoord

passerer

  1. voltooid deelwoord van passere


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·se·rer
Naar frequentie 5289

Werkwoord

passerer

  1. verleden tijd van passere
  2. voltooid deelwoord van passere

Zelfstandig naamwoord

passerer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van passer


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·se·rer

Werkwoord

passerer

  1. verleden tijd van passere
  2. voltooid deelwoord van passere