passabelers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: passabelers (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pas·sa·be·lers
Bijvoeglijk naamwoord
passabelers
- partitief van de vergrotende trap van passabel
Gangbaarheid
- Het woord 'passabelers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.