particularizar
- par·ti·cu·la·ri·zar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
particularizar |
particularizaba |
particularizado |
volledig |
particularizar
- overgankelijk onderscheiden, bijzonder maken
- omstandig uiteenzetten
- specificeren
- [1] distinguir
- [3] especificar
- particularizar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española