• pa·ra·de·tje

hetparadetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord parade
38 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be