Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·de·tje

Zelfstandig naamwoord

het paradetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord parade

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be