paradeert
- pa·ra·deert
vervoeging van |
---|
paraderen |
paradeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paraderen
- Jij paradeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paraderen
- Hij paradeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van paraderen
- Paradeert!
- Het woord paradeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.