paradeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paradeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·ra·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
paraderen |
paradeerde
- enkelvoud verleden tijd van paraderen
- Ik paradeerde.
- Jij paradeerde.
- Hij, zij, het paradeerde.
- Ik paradeerde.