• pa·pe·gaait
vervoeging van
papegaaien

papegaait

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van papegaaien
    • Jij papegaait. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van papegaaien
    • Hij papegaait. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van papegaaien
    • Papegaait!