• pac·ten

de pactenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pact


vervoeging van
pactar

pacten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pactar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pactar