paaiden
- paai·den
vervoeging van |
---|
paaien |
paaiden
- meervoud verleden tijd van paaien
- Wij paaiden.
- Jullie paaiden.
- Zij paaiden.
- Wij paaiden.
- Het woord paaiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
paaien |
paaiden