overziet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overzien
overziet
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzien