• over·trouwt
vervoeging van
overtrouwen

overtrouwt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrouwen
    • ... dat jij overtrouwt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrouwen
    • ... dat hij overtrouwt.