overspoelde
- Geluid: overspoelde (hulp, bestand)
- over·spoel·de
vervoeging van |
---|
overspoelen |
overspoelde
- enkelvoud verleden tijd van overspoelen
- Ik overspoelde.
- Jij overspoelde.
- Hij, zij, het overspoelde.
- Ik overspoelde.
- verbogen vorm van overspoeld, voltooid deelwoord van overspoelen
overspoelde
- verbogen vorm van de stellende trap van overspoeld
- Het woord overspoelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.