overschreed
- Geluid: overschreed (hulp, bestand)
- over·schreed
vervoeging van |
---|
overschrijden |
overschreed
- enkelvoud verleden tijd van overschrijden
- Ik overschreed.
- Jij overschreed.
- Hij, zij, het overschreed.
- Ik overschreed.
- Het woord overschreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.