overschilder
- over·schil·der
vervoeging van |
---|
overschilderen |
overschilder
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschilderen
- ... dat ik overschilder.
vervoeging van |
---|
overschilderen |
overschilder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschilderen
- Ik overschilder.
- gebiedende wijs van overschilderen
- Overschilder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschilderen
- Overschilder je?
- Het woord overschilder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.