overschaduwden
- over·scha·duw·den
vervoeging van |
---|
overschaduwen |
overschaduwden
- meervoud verleden tijd van overschaduwen
- Wij overschaduwden.
- Jullie overschaduwden.
- Zij overschaduwden.
- Wij overschaduwden.
- Het woord overschaduwden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.