Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·scha·duw·den

Werkwoord

vervoeging van
overschaduwen

overschaduwden

  1. meervoud verleden tijd van overschaduwen
    • Wij overschaduwden. 
    • Jullie overschaduwden. 
    • Zij overschaduwden.