Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·pen·de

Werkwoord

vervoeging van
overpennen

overpende

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overpennen
    • ... dat ik overpende. 
    • ... dat jij overpende. 
    • ... dat hij, zij, het overpende. 

Gangbaarheid