overlevert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overlevert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·le·vert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overleveren |
overlevert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleveren
- ... dat jij overlevert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleveren
- ... dat hij overlevert.
Noors
Woordafbreking
- o·ver·le·vert
Woordherkomst en -opbouw
- Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel over-
Naar frequentie | 24014 |
---|
Werkwoord
overlevert
- voltooid deelwoord van overlevere
Nynorsk
Woordafbreking
- o·ver·le·vert
Woordherkomst en -opbouw
- Nynorske werkwoordsvorm met het voorvoegsel over-
Werkwoord
overlevert
- voltooid deelwoord van overlevere