overhoopgooit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·hoop·gooit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overhoopgooien |
overhoopgooit
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhoopgooien
- ... dat jij overhoopgooit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhoopgooien
- ... dat hij overhoopgooit.