• over·han·digt
vervoeging van
overhandigen

overhandigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhandigen
    • Jij overhandigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhandigen
    • Hij overhandigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overhandigen
    • Overhandigt!