overhandigde
- over·han·dig·de
vervoeging van |
---|
overhandigen |
overhandigde
- enkelvoud verleden tijd van overhandigen
- Ik overhandigde.
- Jij overhandigde.
- Hij, zij, het overhandigde.
- Ik overhandigde.
- verbogen vorm van overhandigd, voltooid deelwoord van overhandigen
- Het woord overhandigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.