overeenstemde
- over·een·stem·de
vervoeging van |
---|
overeenstemmen |
overeenstemde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overeenstemmen
- ... dat ik overeenstemde.
- ... dat jij overeenstemde.
- ... dat hij, zij, het overeenstemde.
- ... dat ik overeenstemde.
- Het woord overeenstemde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.