oscilleerden
- os·cil·leer·den
vervoeging van |
---|
oscilleren |
oscilleerden
- meervoud verleden tijd van oscilleren
- Wij oscilleerden.
- Jullie oscilleerden.
- Zij oscilleerden.
- Wij oscilleerden.
- Het woord oscilleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.