organisatoren
- or·ga·ni·sa·to·ren
de organisatoren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord organisator
- ▸ Toen de deuren van de basiliek van de stad vanochtend om zes uur opengingen, hadden zich al enige duizenden mensen verzameld. Verwacht wordt dat rond de honderdduizend mensen de kerk zullen aandoen. De organisatoren verwachten zelfs bussen uit Slovenië, Polen en Libanon.[1]
- Het woord organisatoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Italianen in de rij voor St. Antonius” (Maandag 15 februari 2010, 15:51), NOS