orakelden
- ora·kel·den
vervoeging van |
---|
orakelen |
orakelden
- meervoud verleden tijd van orakelen
- Wij orakelden.
- Jullie orakelden.
- Zij orakelden.
- Wij orakelden.
- Het woord orakelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.