• op·vlamt
vervoeging van
opvlammen

opvlamt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvlammen
    • ... dat jij opvlamt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvlammen
    • ... dat hij opvlamt.