opstraalde
- Geluid: opstraalde (hulp, bestand)
- op·straal·de
vervoeging van |
---|
opstralen |
opstraalde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opstralen
- ... dat ik opstraalde.
- ... dat jij opstraalde.
- ... dat hij, zij, het opstraalde.
- ... dat ik opstraalde.
- Het woord opstraalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.