opoffer
- op·of·fer
vervoeging van |
---|
opofferen |
opoffer
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opofferen
- ... dat ik opoffer.
- Het woord opoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
opofferen |
opoffer