Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opi·ni·eert

Werkwoord

vervoeging van
opiniëren

opinieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opiniëren
    • Jij opinieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opiniëren
    • Hij opinieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opiniëren
    • Opinieert! 

Gangbaarheid