Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opi·ni·eer·den

Werkwoord

vervoeging van
opiniëren

opinieerden

  1. meervoud verleden tijd van opiniëren
    • Wij opinieerden. 
    • Jullie opinieerden. 
    • Zij opinieerden. 

Gangbaarheid