Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·merk·te

Bijvoeglijk naamwoord

opgemerkte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van opgemerkt

Werkwoord

vervoeging van: opmerken…
verbogen vorm: opgemerktee

opgemerkte

  1. verbogen vorm van opgemerkt, voltooid deelwoord van opmerken

Gangbaarheid