Spaans

Werkwoord

vervoeging van
operar

opero

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van operar


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔpɛrɔ/
Woordafbreking
  • ope·ro

Zelfstandig naamwoord

opero

  1. vocatief enkelvoud van opera