• open·doe
vervoeging van
opendoen

opendoe

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opendoen
    • ... dat ik opendoe. 
vervoeging van
opendoen

opendoe

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van opendoen
    • ... dat men opendoe.