• op·doe
vervoeging van
opdoen

opdoe

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoen
    • ... dat ik opdoe. 
vervoeging van
opdoen

opdoe

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van opdoen
    • ... dat men opdoe.