opdaag
- op·daag
vervoeging van |
---|
opdagen |
opdaag
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdagen
- ... dat ik opdaag.
- Het woord opdaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
opdagen |
opdaag