opbouwtjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  opbouwtjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• op·bouw·tjes

Zelfstandig naamwoord

de opbouwtjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opbouw

Gangbaarheid

• Het woord opbouwtjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.