oogstten
- oogst·ten
vervoeging van |
---|
oogsten |
oogstten
- meervoud verleden tijd van oogsten
- Wij oogstten.
- Jullie oogstten.
- Zij oogstten.
- Wij oogstten.
- Het woord oogstten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
oogsten |
oogstten