onvoorzienbare

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onvoorzienbare    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·voor·zien·ba·re

Bijvoeglijk naamwoord

onvoorzienbare

1. verbogen vorm van de stellende trap van onvoorzienbaar

Gangbaarheid

• Het woord onvoorzienbare staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.