ontzegelden
- Geluid: ontzegelden (hulp, bestand)
- ont·ze·gel·den
vervoeging van |
---|
ontzegelen |
ontzegelden
- meervoud verleden tijd van ontzegelen
- Wij ontzegelden.
- Jullie ontzegelden.
- Zij ontzegelden.
- Wij ontzegelden.
- Het woord ontzegelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.